top of page

Suzanne, de slakkenraper

  • Foto van schrijver: Suzanne Tóth-Pál
    Suzanne Tóth-Pál
  • 22 jun 2024
  • 6 minuten om te lezen

Ik heb ’n nieuwe hobby – of heet het ’n verslaving? Ik kan niet zonder, word weggetrokken uit gezellige avondjes. Ga te laat naar bed en sta te moe op… En als ik de grote man beloof dat ik na een half uurtje weer kom, moet hij me er na 45 minuten van wegtrekken.


Is het iets exotisch? Ben ik net als “alle jeugd” gameverslaafd? Oefen ik voor een wedstrijd? Leer ik een nieuwe taal? Non, nem, nej, nein, no! Ik ben sinds een maand of wat Suzanne, de slakkenraper. Als het donker wordt verschijnen ze. Geen idee waarvandaan, overdag zie je ze amper. Ja, verstopt onder stenen (waar ze dan in de nacht onder vandaan kruipen en als je er eentje uit een kier wil trekken lukt dat dus echt niet. Dan geeft dat lijfje dus echt niet mee. Terwijl ze zichzelf dun glibberig door de opening tussen de stenen kunnen bewegen). Maar dan komen ze in grote getalen tevoorschijn, met hun happende mondjes en zoekende voelsprieten. Verschillende soorten: ik tel die gewone bruine, met zo’n duidelijke zool onder zich – de meest klevende van al, kleine weke ovaaltjes – het meest lastig te pakken, grote (ze kunnen wel twee tot drie jaar oud worden), baby’s (wat is nou zieliger om te vangen, een baby die geen leven meer heeft of een oudje waar ik het leven van beëindig? Of tijgerslakken – waar ik for some reason echt de allergrootste hekel aan heb. Misschien omdat ze lang, rank en stevig zijn, minder log – en taai. En dan heb je nog de huisjesslakken in alle soorten en kleuren huisjes (schelpgrijs, geel, gewoner grijs). Tot voor kort was ik bang om naaktslakken op te pakken, maar nu draai ik mijn hand er niet meer voor om.



ree

Slak - Okke Tóth-Pál, juni 2024

 

Jaren geleden

Ik woonde op het Java-eiland. Een heel mooi appartement met ’n balkon op zeven hoog. Daar is mijn liefde voor groen opgewekt (dankjewel, grote man). Een fijne plek om even buiten te zijn. Zo ook op een avond. Ik stapte het balkon op en gleed uit over iets glibberigs. Lampje van de iPhone erbij: een slak. Een slak op mijn balkon op 7-hoog! Hoe dan? No clue. En hij was niet de enige. Die avond heb ik er 70 (!) met behulp van keukenpapier naar de wc een verdieping lager getild (ik durde ze niet met mijn blote hand te pakken…). Soms verzamelde ik er een paar tegelijk, en dan gingen de eerst gevangenen ook het eerste kruipen over het papier naar mijn arm, en dat voelde mega vies. Ik spoelde ze vervolgens weg in de wc. Niet per keer, nee, om water te besparen, raapte ik een stel, gooide ze in de wc, ging weer op jacht, etc. Om ze vervolgens en masse door te spoelen. Soms was ik te traag (waren het er vooral te veel…) en dan kwamen er weer een paar naar boven geslakt in de pot – ieuw. Met veel water en ’n dot chloor heb ik ze uiteindelijk finaal in het riool laten belanden.

 

Nu

Nieuwe lente nieuw geluid nieuwe plantjes. We zijn apetrots dat de meeste van onze vaste planten dit jaar nog krachtiger opkomt en mijn lieve grote man wil de schutting nog verder bedekken en doet ons een nieuwe set clematissen cadeau. Clematissen de grond in en wij vieren meivakantie op Texel. Ik vroeg me nog af of we wel echt voorafgaand aan de vakantie moesten planten, maar ja: hoe eerder in het seizoen gekocht des te sneller gegrond. Logisch verhaal. We hadden alleen niet bedacht dat er een overload aan slakken in onze tuin huisde. En clematissen een van hun lievelingskostjes is. Thuis na ’n heerlijke vakantie, moesten we Heel Hard Slikken bij het zien van totaal weggewroten planten… Planten – slakken: 0 - 1. Super oneerlijk. Voor de plantjes en voor het plantenhart van de grote man.


 

Dus wat nu?

Ik ben niet wreed. Ik houd van dieren. Ik help dieren in nood wanneer nodig; ik onderbreek zelfs mijn holletje ervoor, en loop natuurlijk om dieren heen en stap er niet op. Maar nu was de maat vol, ik kon het niet aanzien en toestaan dat onze met liefde groter-gebrachte plantjes zo gehavend werden. Slakken in de tuin? Prima. Zo lang ze slechts dood materiaal opeten of als voedsel dienen voor egels.

 

Tot twee maanden geleden durfde ik het niet: een naaktslak oprapen. Huisjesslakken: zeker. Bij bosjes ving ik ze in mijn jeugd bij mijn Hongaarse oma op de hosta’s in de greppel van haar straat. Geen idee trouwens wat ik er verder mee deed.

 

En dan?

Toen we er eenmaal achter waren, gingen we regelmatig ’s avonds samen op pad in de tuin en gooiden we de slakken over de schutting op de straat, niet te ver want dan konden ze ook naar andere tuinen lopen, maar zeker ook niet te dichtbij want dan waren ze zo weer terug. Het waren vooral naaktslakken. Gelukkig want het geluid van een te pletter slaande huisjesslakken is niet tof… Ik moest maar niet nadenken wat voor hersenschudding een neergestorte slak heeft.

Maar deze tactiek bleek niet voldoende te zijn, het voelde als dweilen met de kraan open. Wat dan? Het planten van planten die ze niet lekker vinden? Kan, maar met deze aantallen slakken, gaan ze evenzo hard door naar de buurplant. Aaltjes? Kan, maar die waren overal uitverkocht en resultaat daarvan is pas na twee weken – veels te laat. Toen haalden we ’n oude bekende uit de stal: bier!

Op Nieuw-Vredelust hiep dat een paar jaar geleden ook supergoed. Je zet dan ’n bakje bier neer en for some reason komen ze op die geur af, slakken zich dat bakje in en verdrinken zich. Zo ook hier in Ede. We zetten 10 bakjes verspreid door de hele tuin neer, en het werkte als een malle. Dat en ladingen kippengrit (hele fijne gestampte eierschillen). In de ochtend vonden we best wat verdronken lijfjes. En toen ik ’s avonds rond zonsondergang weer ging kijken, zag ik er nog steeds megaveel rondkruipen, sommige op de rand of van de bakjes, maar veel nog en route. En die pakte ik op en mieterde ze in het dichtstbijzijnde bakje. Mijn pak-angst overwon ik snel door de bizarre hoeveelheid slakken.

 

En de volgende avond ging ik weer, en weer en weer. Met in één hand een klein, fel zaklampje (dat ik miraculeus ben kwijtgeraakt – geconfisqueerd door de slakken?! Ha!) en in de andere een pan met een laag vers bier. Zo ging ik alle planten af. Ik leerde de tuin op een andere manier kennen: ik weet nu precies wat ze wel of niet lekker vinden om te knabbelen. Maar ik moet bekennen dat hun interessegebied zich ook wijzigt: waar ze de ene avond massaal op de sla zitten, zitten ze de andere avond allemaal (vooral huisjesslakken) op het schuine sedumdak van het kippenhok. Ze bleken zelfs van tijm te houden. Op mijn beste avond ving ik er 202!


ree

 

Het werd een heuse verslaving, met slaaptekort en een kuitblessure van het bukken tot gevolg. De dagen worden natuurlijk langer – het wordt later donker, dus die beesten komen telkens later uit hun holen of waar dan ook vandaan. Op een rustige manier, grondig op mijn hurken starend, de grond en planten bekijken duurt als je het een beetje grondig doet gewoon minstens drie kwartier. Op een gegeven moment ben ik de wekker maar gaan zetten. Na een half uurtje moest ik van mezelf richting afronden, maar dan wilde ik toch mijn rondje nog even afmaken. En daarna moet het bier in de bakjes nog ververst en het pannetje met de buit van de avond nog leeggegooid. Daarom vroeg ik de grote man “roep me alsjeblieft na een half uur”. Want als ik zelf mijn wekker zette, luisterde ik van geen kant. Dat hielp iets. Ook onze gezellige spelletjesavonden met ’n borrel worden er bruut door onder doorbroken… Want Ik MOET Gaan.

 

Gelukkig lijkt inmiddels de grootste invasie inmiddels gelukkig voorbij. Omdat de schemering nu echt laat invalt, mag ik van mezelf nog maar drie keer in de week - anders wordt het echt te veel te laat. En de planten groeien krachtig door en zelfs sommige totaal opgegeten planten beginnen weer blad te krijgen. Suzanne – slakken: 1-0. 

 


Opmerkingen


Wil je een reactie achterlaten of heb je vragen? Stuur mij een bericht!

Dank je wel voor jouw bericht!

    © 2023 ontwerp door STUDIO STADIG

    bottom of page